Hoei

Hoei

Wielerliefhebbers kennen Hoei als de stad waar elk jaar de Waalse Pijl finisht. Maar Hoei is meer dan de Muur.

In het rijtje Ardennenklassiekers is de Waalse Pijl een vaste waarde. In 1985 stond ik er al eens langs de kant, het eerste jaar waarin de renners op de Muur van Hoei finishten. De zwarte slotklim bleek een succes. Elk jaar weer kent de koers er een spetterende ontknoping, zowel bij de mannen als bij de vrouwen – die dit jaar hun 25e editie van de Waalse Pijl reden.

37 jaar na mijn eerste bezoek stond ik opnieuw aan de finish op de Muur van Hoei. De Franse naam van de stad is Huy, en staat op de klim op het wegdek gekalkt. Hoe dichter opeen, hoe steiler de klim. Huy – Huy – Huy – tot je als fietser alleen die klank nog maar kunt uitbrengen. De Muur is een verraderlijk kreng, met in een van de bochten een stijgingspercentage van 23,6.

Maar Hoei is meer dan alleen de Muur. De wedstrijd van de vrouwen start bij het stadhuis op het intieme Grand Place. Midden op het plein staat Li Bassina, een eeuwenoude fontein en een van de vier ‘wonderen’ van de stad. De andere drie zijn de brug over de Maas, de kathedraal en de citadel. Achter het stadhuis liggen de kasseistraatjes van de oude stad, waar in een voormalig klooster een sympathiek lokaal museum gevestigd is.

Een van de pronkstukken in het plaatselijke museum is een fiets uit de 19e eeuw van het type Michaux. Een smeedijzeren frame, houten wielen met ijzeren velgen, loodzwaar. Op dit type fiets werd in 1869 in Hoei een van de eerste wielerwedstrijden van België verreden. Niet onterecht: met stadskeuren die dateren uit 1066 mag Hoei zich de oudste stad van België en zelfs van heel Noord-Europa noemen. Het was een weloverwogen keuze om vanaf het Grand Place in Hoei te vertrekken voor de eerste etappe van mijn Ronde van België.

Flip Van Doorn

is aan het typen...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *