Square Eddy Merckx

Bij een bescheiden plantsoen in een buitenwijk van Brussel startte mijn Ronde van België. Niet zomaar een plek.

Een paar zaken op een rij:

-De Ronde van België is een rittenkoers.

-Een rittenkoers begint met een proloog.

-De beste wielrenner aller tijden is Eddy Merckx, een Belg.

-Eddy Merckx leerde fietsen op het pleintje waar hij opgroeide, in een buitenwijk van Brussel.

-Een plantsoen aan dit pleintje draagt zijn naam en er staat een monument te zijner ere. 

-Mijn Ronde van België kan logischerwijs nergens anders starten dan aan dit ‘Square Eddy Merckx.’

Midden in de wijk Vogelzang in de Brusselse voorstad Sint-Pieters-Woluwe ligt het Goudvinkenplein. Zoals bijna alles in Brussel zijn de straatnaamborden er tweetalig: La Place des Bouvreuils vormt het hart van het Quartier du Chant d’Oiseau. Aan een paal in het kleine plantsoen dat op zijn beurt het hart vormt van het plein, hangt nog een bordje. ‘Eddy Merckx’ staat er in witte letters op, met linksboven de vermelding ‘square‘ en rechtsonder ‘plein’. Daarmee is het hoogstwaarschijnlijk het enige plein ter wereld dat geheel omsloten wordt door een ander plein. Een noodgreep. 

In België mogen geen straten worden vernoemd naar levende personen. Een autovrij plantsoen, ofwel ‘square’, mag wel. En dus eert Sint-Pieters-Woluwe haar beroemdste zoon met dit perkje tegenover het huis waar hij opgroeide. Er staat ook een monument, een staande steen met een portret van de wielergrootheid. Aan de voet ervan ligt een ronde steen waarop de belangrijkste van zijn 525(!) overwinningen bij de profs vermeld staan. 

Begeleid door vogelzang vanuit de bloeiende fruitbomen stapte ik gisteren, 6 april 2022, om kwart over negen ’s ochtends op de fiets voor de proloog van mijn Ronde van België. Een ronde van 72 kilometer door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met aankomst aan het Atomium. We zijn vertrokken.

Le Grand Départ

Op woensdag 6 april start mijn Ronde van België. Het officiële Grand Départ vindt plaats in Brussel, waar ik de proloog rijd. 

Niet alleen heb ik mij in het hoofd gehaald de geschiedenis van België en van de koers te boek te stellen, ik tekende ook nog eens ruim 3600 kilometer aan te fietsen routes uit. Mijn verkenningstocht door het land is opgedeeld in een proloog en zeven etappes. De fiets staat klaar, een sticker van de hoofdsponsor op de fietstas – zon op al je wegen.

Op woensdag 6 april sta ik aan het vertrek van de proloog, die me door en rond Brussel voert. Voor het Grand Départ zal ik het startpodium beklimmen aan het Goudvinkenplein in de voorstad Sint-Pieters-Woluwe. De aankomst ligt ruim 72 kilometer verder, aan de voet van het Atomium. 

In 1967 kende de Ronde van Frankrijk de primeur van een proloog – letterlijk pro logos, een voor-woord – in dit geval een tijdrit van 5,775 kilometer. Een ouverture, vooral bedoeld om een eerste klassement te kunnen opmaken. De proloog van mijn Ronde van België heeft een vergelijkbare functie: het is een eerste kennismaking met het land, de geschiedenis en de bevolking.

Later in april stap ik op voor de eerste etappe van 640 kilometer door Wallonië. Vergeleken daarmee is mijn eerste rit door Brussel niet meer dan een opwarmertje, al is 72 kilometer voor een proloog wat aan de lange kant. Monsieur le coureur, au départ!’

Streuvels, Bartali en Van Wijnendaele

Tijdens mijn verblijf in Het Lijsternest, de voormalige woning van Stijn Streuvels, deed ik een mooie ontdekking. De Vlaamse schrijver was liefhebber van de koers. 

Ik heb het voorrecht twee weken te mogen logeren in schrijversresidentie Het Lijsternest in Ingooigem. Aan de schrijftafel achter een van de beroemdste ramen uit de literatuur – uitzicht op het golvende Vlaamse land en de Tiegemberg – kan ik in alle rust werken.

Een van mijn voorgangers schreef hier een boekje over Streuvels en diens liefde voor de fiets. Daarin schetst Patrick Cornillie hoe de gelouterde schrijver graag op zijn velo stapte voor een rondje door de omgeving, tot op hoge leeftijd zelfs. En meer dan eens stond hij langs de kant van de weg om de renners aan te moedigen. De Ronde van Vlaanderen passeerde hier voor zijn deur, eenmaal zelfs het WK – in 1957.

De koers Brussel-Ingooigem finishte op honderd meter van het huis. In 1952 overhandigde Streuvels de bloementuil aan winnaar Germain Derycke. Op Het Lijsternest ontving hij ooit Tour- en Girowinnaar Gino Bartali, toen die in het dorp logeerde. Karel Van Wijnendaele, grondlegger van de Ronde van Vlaanderen, was een graag geziene gast. Het bevestigt me in de overtuiging die ik al langer heb: literatuur en koers sluiten elkaar geenszins uit. Integendeel. Dit worden inspirerende weken.