Op weg van het Waalse Audregnies naar het buurdorp Montignies-sur-Roc reed ik een stukje over de Chaussée Brunehaut. Deze weg draagt de naam van de Frankische koningin Brunehaut – in het Nederlands bekend als Brunhilde. Het verhaal wil dat zij als regentes aan het begin van de zevende eeuw opdracht gaf de oude Romeinse heerwegen in haar rijk te onderhouden en verbeteren. Zodoende bleef haar naam aan de kaarsrechte verbindingsroutes verbonden.
In het Franse stadje Bavay, een paar kilometer verder, komen zeven van die heerwegen samen. Op het knooppunt staat een kolom met een beeld van Brunehaut. De namen op de sokkel zijn van de steden waar de wegen heen leiden, waaronder Reims, Trier, Keulen en Utrecht.
–
Niet iedereen was gelukkig met de daadkrachtige regeerstijl van Brunhilde en uiteindelijk namen tegenstanders haar gevangen en martelden haar. Het verhaal wil dat ze achter een wild paard werd gebonden en zo een wrede dood vond. Haar lichaam zou zijn gevonden bij een enorme menhir die sindsdien de Pierre Brunehaut heet. Deze raadselachtige steen staat aan een zessprong van wegen even buiten Doornik, een eind verder aan de route van de vierde etappe.